| Man | Vrouw | |
| Lengte | 43 – 47 cm | 48 – 56 cm |
| Spanwijdte | 110-130 cm | 120-140 cm |
| Gewicht | 400 – 670 gr | 540 – 800 gr |
| Aantal eieren | 1 – 7 | |
| Aantal broedparen in de N.O.P. | 30 – 50 |
De bruine kiekendief is een vogel van rietkragen waar hij ook meestal in broedt. In de Noordoostpolder vinden we ook een deel van de legsels terug in graanpercelen, vaak gerst of tarwe. De ‘bruine kiek’ is ongeveer zo groot als een buizerd, alleen lichter van bouw met langere vleugels en staart.
Mannetje bovenzijde donkerbruin, vleugels grijs met zwarte punten, staart lichtgrijs. Onderzijde roodbruin, lichte kop met donkere strepen. Vrouwtje is donkerbruin. Nek, keel, schouder en bovenzijde kop zijn gelig van kleur.
Kieken jagen laag over het land en langs slootjes speurend naar kleine zoogdieren en vogels. Ze vliegen gemakkelijk, met een licht kantelende beweging. Als ze een stukje zweven houden ze hun vleugels in een zeer ondiepe V. Vrijwel alle bruine kieken overwinteren in Afrika en zijn ’s winters hier dus haast niet te zien.
Om te voorkomen dat nesten per ongeluk worden kapot gemaaid heeft de Werkgroep een flyer ontwikkeld voor de boeren om de bruine kiekendief en hun gedrag te herkennen en om snel contact met ons op te kunnen nemen als de oogst van de gerst en tarwe plaats gaat vinden.

