Torenvalk

Lengte:                  31-37      cm
Spanwijdte:          68-78      cm
Gewicht:               150-290  g.
Aantal eieren:       2-7        

Aantal broedparen N.O.P. 75-100

Torenvalken hebben spitse vleugels, de bovenzijde is bruin met zwarte vlekken, de onderzijde crème met zwarte vlekken. Het mannetje heeft een blauwgrijze kop en staart, terwijl die bij het vrouwtje bruin zijn. Ze zijn, door hun manier van jagen, redelijk makkelijk te zien en te herkennen. Vaak “hangen” ze namelijk op één punt in de lucht te fladderen (bidden). Bijvoorbeeld boven akkers of grasstroken langs de wegen. Daar jagen ze op muizen, die ze goed kunnen zien. Muizen laten nl. een spoor van urine achter, dat geeft veel Uv-licht af. En dit Uv-licht kan door torenvalken worden onderscheiden. Verder eten torenvalken ook insecten en vogels, bijvoorbeeld jonge spreeuwen. Ze jagen, net als de buizerd, ook zittend, bijvoorbeeld vanaf een lantaarnpaal. Ze broeden in speciale kasten, holtes of in oude nesten van andere vogels, b.v. van kraaien. Onze torenvalken blijven ook hier en ’s winters hebben we hier vele Scandinavische exemplaren op bezoek.